Symboliek

 

Symboliek vergezelt de mens zijn leven lang. Wanneer woorden niet toereikend of hoorbaar zijn, krijgen symbolen een lading die de mens meer inzicht kan verschaffen in voorwerpen, gevoelens, handelingen en verschijnselen. Zij zijn ook een middel, dat ten goede of ten kwade gebruikt kan worden. Daarom heeft elk gewetensvol symbolisch systeem een aantal tegenwichten ingebouwd om afdwalen naar scheve verhoudingen te voorkomen.
Zo’n systeem is de vrijmetselarij. Wij gebruiken de effecten van (bouw)symbolen om een bepaalde stemming in en met elkaar op te roepen. Symbolen herinneren ons eraan dat we bepaalde aspecten van de realiteit bijna vergeten waren. Symbolen zijn prima middelen om te werken aan verbetering van onszelf en ons zelfbeeld. En symbolen zorgen ervoor dat we beter in staat zijn om de schoonheid van bijna vergeten aspecten op een dieper niveau te ervaren.
Om dat te bereiken maakt de vrijmetselarij veelvuldig gebruik van bouwsymboliek. Het meest bekende is ongetwijfeld dat van de Ruwe Steen, de onvolmaakte mens, de leerling. Met hamer en beitel bewerken wij, als vrijmetselaars, deze tot een Kubieke Steen. Daarna toetsen we deze ‘arbeid’ met schietlood, waterpas en winkelhaak. Op die manier kan de Steen naadloos passen in de Tempel der Schoonheid, symbool voor de wereld, de samenleving, het universum. Ook andere attributen - zoals troffel, passer of maatstok - zijn oorspronkelijk werktuigen die de oude bouwgilden hanteerden.
Daarnaast kent onze Orde de lichtsymboliek. In Sneek is die prominent in het gebouw aanwezig. Bij de opening van ons rituaal wordt de sterrenhemel eerst blauw, de kleur die ons verhindert afstand in te schatten en waarmee oneindigheid wordt gesuggereerd. Vervolgens dimt het blauwe schijnsel en valt een lichtstraal op het Heilige Boek waarop de kandidaat tijdens de inwijding de gelofte aflegt. Meestal is dit de Bijbel maar voor een Jood mag dit ook de Tenach, voor een moslim de Koran, voor een hindoe een van de Veda’s zijn. Zo maakt de kandidaat duidelijk dat hij gelooft in een de mens en de mensheid voorstuwende wereldorde, ook wel aangeduid als de Opperbouwmeester des Heelals, de Bron van het Licht dat onze arbeid overstraalt.
De kosmische verbondenheid van de mens ziet de vrijmetselaar in de vier elementen, de sterren en planeten, de dierenriem, getallenleer en hermetische wiskunde. Als die symbolen tijdens de ritualen in beeld komen, gaat het niet om een zoektocht naar het Licht, naar het Hogere maar om iets van veel oudere oorspong. Begrippen als ‘leven en dood’ of ‘ontstaan, bestaan en vergaan’ dringen zich dan op. Tijdens het kosmische rituaal wordt de kandidaat in contact gebracht met dat het feit dat de mens onderdeel is van een groter geheel. Niets is immers wat het schijnt, alles blijkt verbonden met alles. Of, zoals ze in de hermetische traditie zeggen, ‘zo boven, zo beneden’.

Drie Grote Lichten

3 grote lichten